Onderzoeker Victor Zwartkruis (UMCG) wil hart- en vaatziekten veel sneller herkennen

12-11-2020

- door Marrit van der Burgh

"Vaak worden klachten die wijzen op hart- en vaatziekten toegeschreven aan andere oorzaken"

Victor Zwartkruis is arts-onderzoeker en promovendus op de afdeling Cardiologie van het UMCG. Samen met zijn collega-onderzoekers in Groningen, Utrecht en Twente doet hij onderzoek naar niet-herkende hart- en vaatziekten. Hierbij maakt hij onder meer gebruik van data uit Lifelines. Resultaten uit dit onderzoek zijn door de Hartstichting meegenomen bij het ontwerpen van een landelijke publiekscampagne om mensen meer bekend te maken met de symptomen van hartfalen. Zwartkruis: “Veel patiënten gaan te laat naar de dokter, omdat ze niet weten dat hun klachten kunnen passen bij hart- en vaatziekten. Wij willen ervoor zorgen dat patiënten, maar ook artsen, sneller denken aan hart- en vaatziekten bij dergelijke klachten.”

'Ik word gewoon een dagje ouder'

"Hart- en vaatziekten zijn nog steeds de tweede doodsoorzaak van Nederland. Bij veel patiënten worden hart- en vaatziekten pas in een vergevorderd stadium ontdekt. Wanneer hartpatiënten voor het eerst in het ziekenhuis terecht komen, is er vaak al onherstelbare schade ontstaan." Daarom richtten de onderzoekers, met hulp van de Hartstichting, het RED-CVD-onderzoek op. Dit onderzoek heeft als doel om ervoor te zorgen dat hart- en vaatziekten op tijd herkend worden, zodat patiënten tijdig behandeld kunnen worden en permanente schade aan het hart voorkomen kan worden.

"Dikwijls blijkt achteraf dat hartpatiënten in de periode voordat de diagnose gesteld werd al klachten hadden die kunnen wijzen op hart- en vaatziekten Vaak worden deze klachten toegeschreven aan andere oorzaken, bijvoorbeeld leeftijd (‘Ik word gewoon een dagje ouder’), of stress. Veel mensen melden deze klachten daarom niet uit zichzelf bij hun huisarts. Ons onderzoek laat zien dat mensen met een verhoogd risico regelmatig gevraagd zou moeten worden of zij klachten hebben die bij hart- en vaatziekten kunnen passen. Zorgmedewerkers moeten dus niet afwachten tot patiënten zich melden met dergelijke klachten, maar moeten hier regelmatig actief naar vragen”, vertelt Zwartkruis. Met behulp van data uit Lifelines ontwikkelden de onderzoekers daarom een korte vragenlijst die patiënten en artsen kan helpen om hartziekten vroegtijdig op te sporen.

ECG's en vragenlijsten geven inzicht

Om te bepalen welke Lifelines-deelnemers hart- en vaatziekten hadden is er onder andere gebruik gemaakt van de ECG’s (hartfilmpjes) die tijdens de onderzoeksronde(s) gemaakt zijn. Daarnaast is er door de onderzoekers gebruik gemaakt van de gegevens uit de vragenlijsten. De vragenlijsten zijn ook gebruikt om te onderzoeken welke klachten het beste konden voorspellen welke deelnemers niet-herkende hart- en vaatziekten hadden. "Er is niet alleen gekeken naar de ‘typische hartklachten’ (zoals pijn op de borst), maar juist ook naar klachten die minder snel met het hart geassocieerd worden, zoals ‘In vergelijking met een jaar geleden, hoe zou u nu uw gezondheid in het algemeen beoordelen?’ en ‘Hoe vaak gedurende de afgelopen 4 weken voelde u zich moe?’ Hieruit blijkt dat je op basis van klachten, gecombineerd met leeftijd, geslacht, en BMI, vrij goed kunt voorspellen welke mensen niet-herkende hart- en vaatziekten hebben.“

Onderzoek via huisartsenpraktijken

De nieuw ontwikkelde vragenlijst is onderdeel van een bredere strategie voor vroege opsporing van hart- en vaatziekten, welke momenteel wordt getest in Nederlandse huisartsenpraktijken onder 1300 patiënten met COPD en/of diabetes. In het bijzonder is dit onderzoek belangrijk voor mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, zoals mensen met diabetes (suikerziekte) of COPD. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ongeveer 25% van de diabetes- en COPD-patiënten rondloopt met niet-herkend hartfalen. Zwartkruis: “De helft van de deelnemende patiënten met COPD en/of diabetes krijgen een vragenlijst toegestuurd voorafgaand aan hun reguliere controleafspraak bij de praktijkondersteuner of huisarts. Als uit de vragenlijst blijkt dat zij mogelijk niet-herkende hart- en vaatziekten hebben, dan wordt verder onderzoek gedaan. De andere helft van de patiënten  vormt de controlegroep en krijgt geen vragenlijst voorgeschoteld. Uit dit onderzoek zal moeten blijken of het gebruik van onze vragenlijst, in combinatie met aanvullend onderzoek, er daadwerkelijk voor kan zorgen dat er meer verborgen hart- en vaatziekten opgespoord worden.”

De vragenlijst wordt getest, en dan?

"De resultaten van ons onderzoek binnen de huisartsenpraktijken kunnen direct worden toegepast in de dagelijkse praktijk. Als morgen blijkt dat onze strategie effectief is, kan deze overmorgen in elke huisartsenpraktijk toegepast worden zonder dat daarvoor veel geld of grote aanpassingen nodig zijn.” Zwartkruis vertelt dat dit hem zo aanspreekt: “Het is een groot probleem dat we proberen aan te pakken met een heel simpele en voor de hand liggende oplossing, namelijk de risicogroep vragen naar klachten van hart- en vaatziekten. Gek genoeg wordt dit nog niet voldoende gedaan door (huis)artsen en andere zorgmedewerkers. We moeten dus niet alleen patiënten helpen om meer inzicht te krijgen in hun eigen gezondheid, maar moeten ook kijken naar wat wij als zorgmedewerkers zelf beter kunnen doen”.

Herken jij de symptomen?

Resultaten uit het onderzoek van Zwartkruis zijn door de Hartstichting meegenomen bij het ontwerpen van een landelijke publiekscampagne om mensen meer bekend te maken met de symptomen van hartfalen. Zij doen dit door een korte vragenlijst (de Hartenkaart) te verspreiden in een groot aantal huisartsenpraktijken in Nederland, via social media, nieuwsbrief Hartnieuws en verschillende tijdschriften. De Hartenkaart kan helpen in de herkenning van de symptomen van hartfalen. Zwartkruis: “We hopen dat mensen de klachten van hart- en vaatziekten beter gaan herkennen. De campagne van de Hartstichting zal hier zeker aan bijdragen.”

Poster van de Hartstichting in huisartspraktijken om hartfalen sneller te herkennen
Poster van de Hartstichting in huisartspraktijken om hartfalen sneller te herkennen